Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Liu Xiaobo: eenling tegenover het machtige China

Liu Xiaobo (1955 – 2017) De eenling die hoopte dat het Chinese volk „een keer wakker zou worden” is dood. Gelauwerd met de Nobelprijs in het buitenland, leefde hij tot voor kort in gevangenschap en onbekend in China.

Liu Xiaobo
Liu Xiaobo Reuters

Bewonderd en gelauwerd in het buitenland, onbekend en vervolgd in China. Dat was het lot van Liu Xiaobo, de enige Chinees die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Hij overleed donderdag op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van leverkanker.

De docent Chinese taal en filosofie, schrijver, dichter en veel bloggende politiek commentator wist van jongs af aan dat zijn strijd voor echte vrijheid in de Volksrepubliek China hard zou zijn en veel langer zou duren dan zijn korte leven dat eindigde in gevangenschap.

Vier maal werd hij gearresteerd en veroordeeld. In totaal zat hij vijftien jaar gevangen. Zelfs zijn laatste verzoek – sterven in Duitsland omringd door zijn grote liefde Liu Xia en zijn zoon uit zijn eerste huwelijk – werd hem niet gegund. Het zou hem ook hogelijk verrast hebben als het verzoek wel was ingewilligd door de autoriteiten. „Mensen als ik leven in twee gevangenissen. Als je een kleine, omheinde gevangenis verlaat kom je in China in de grote, tralie-loze gevangenis van de maatschappij”, schreef hij in een van de duizenden in China verboden artikelen.

Lees ook hoe China het verzoek van Duitsland om Liu Xiaobo in vrijheid te laten sterven verwierp.

Toch was hij, misschien tegen beter weten in, een optimist. „Ik ben vol van optimistische verwachtingen dat in de toekomst China ook vrij zal zijn. Geen macht zal de menselijke drang naar vrijheid in China kunnen tegenhouden”, schreef hij acht jaar geleden in een rede met als titel Ik heb geen vijanden, ik haat niemand. Deze tekst wilde hij in 2009 uitspreken op zijn proces wegens „aanzetten tot ondermijning van de staat”.

De Beijingse rechters stonden dat niet toe en veroordeelden hem tot elf jaar gevangenisstraf. Als enige van de 303 auteurs van het pro-democratische internet-pamflet Charter 08 was hij opgepakt bij wijze van voorbeeld. Een snoeiharde waarschuwing aan allen met afwijkende meningen in China. Een jaar later, in 2010, werd de tekst uitgesproken door de Noorse actrice en regisseuse Liv Ullmann tijdens de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede waar zijn stoel leeg bleef.

Bekijk hieronder de uitreiking van de Nobelprijs:

Tegelijkertijd maakte hij zich geen illusies, zoals blijkt uit zijn artikelen over wat hij het huidige Tijdperk van het Cynisme in China noemde. „Niemand in China gelooft meer in iets, zelfs de partij gelooft nergens meer in. De mensen zijn alleen loyaal aan zichzelf en aan materiële dingen. Niemand weet iets of herinnert zich iets”, constateerde hij kort voor zijn arrestatie in december 2008.

Hij doelde op de zeer gebrekkige kennis van jonge Chinezen over de dramatische politieke experimenten van Mao Zedong en met name de grote demonstraties op het Tiananmenplein in 1989 waarin hij zelf in de slotfase een hoofdrol speelde. Dankzij zijn bemiddeling met het leger werd voorkomen dat honderden studenten werden platgewalst door de tanks, maar een vrijgeleide kregen voordat de staat de opstand neersloeg.

De afgelopen zeven jaar was Liu’s gevangenschap een dagelijkse herinnering aan de duistere kant van China.

Het levensverhaal van China’s bekendste dissident – dankzij het Noorse Nobelprijscomité – is het verhaal van een eenling tegenover een machtige staat. Een eenling die getekend was door de Culturele Revolutie waarin zijn familie naar het platteland werd verbannen. Een eenling die hoopte dat het Chinese volk „een keer wakker zou worden.”

Het moet voor hem niet makkelijk te verteren zijn geweest dat het Chinese volk in het geheel niet bezig is met democratische hervormingen. De menselijke drang naar vrijheid waarover Liu sprak, uit zich in de vrijheid om rijk te worden, huizen en auto’s te kopen, te sparen voor buitenlandse studies en reizen.

In beeld: de dag dat Liu Xiaobo de Nobelprijs voor de Vrede kreeg

De afgelopen zeven jaar was Liu’s gevangenschap een dagelijkse herinnering aan de duistere kant van China. „Vroeg of laat vertrappen dictaturen menselijke waarden”, concludeerde hij na zijn derde arrestatie en veroordeling in 1999 in Een land dat liegt verliest zijn geweten, een geschrift over humanisme en democratie in China. Natuurlijk had hij oog voor de verdiensten van de Communistische Partij en de economische hervormingen die hun weerga niet kennen. Maar hij vond dat de communisten hun vooroorlogse democratische idealen hadden verkwanseld en daar herinnerde hij hen steeds aan. Vaak verwees hij daarbij naar de Chinese grondwet van voor de laatste wijzigingen van 1996 of de partijgeschriften van voor de revolutie in 1949. In de niet aflatende stroom van boeken, artikelen en pamfletten confronteerde de erudiete en veelgelezen Liu de kameraden met de oude beloften voor een betere, rechtvaardiger en vooral ook democratischer wereld.

In de manier waarop hij altijd vervolgd, bespioneerd en geïntimideerd is, vindt hij het bewijs hoe een idealistische revolutie kan omslaan in een onvervalste dictatuur, hoe groot en indrukwekkend de economische prestaties ook mogen zijn. Even gloorde bij hem hoop met de komst van het internet dat hij „een cadeau van God aan China” noemde. Dat is, zo kan nu worden vastgesteld, een van zijn belangrijkste verkeerde taxaties geweest. Hij was zeker niet de enige die dacht dat met de snelle groei van het aantal internetters de roep om politieke hervormingen luider zou worden.

Het tegendeel gebeurde. De staat versterkt iedere dag opnieuw de greep op de digitale wereld. Tegen schrijvers, bloggers en advocaten met afwijkende meningen wordt doorgaans snel en effectief opgetreden. Zij zijn er natuurlijk wel, de volgelingen van Liu Xiaobo, maar zij leven noodgedwongen in een parallelle wereld.

De vergelijking van de hoogbejaarde milieuactiviste Dai Qing, dochter van een van Mao Zedong’s tien maarschalken, is nog steeds van toepassing: „Dissidenten in China zijn als losse korrels zand, als parkieten in een kooi.” De luidste en bekendste parkiet is nu dood.

China liet de Nobelprijswinnaar wel vrij toen hij in juni 2017 behandeld moest worden in het ziekenhuis