Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Tijd dat onze politici inzetten op repressie én preventie zonder elkaar de historische zwartepiet toe te schuiven

Tijd dat onze politici inzetten op repressie én preventie zonder elkaar de historische zwartepiet toe te schuiven

Bart Eeckhout is commentator bij De Morgen.

Alweer Brussel. Opnieuw brengt terreuronderzoek de hoofdstad onder het soort aandacht dat je liever vermijdt. Verder onderzoek moet uitwijzen of de Brusselse link ditmaal dieper gaat dan geografie. Het is niet zeker of de wijk in Vorst die de terreurverdachten als uitvalsbasis uitkozen meer is dan een handige schuilplek dicht bij de autostrade naar Parijs.

Het zal media wereldwijd niet verhinderen om nog maar eens de film af te spelen van de weinig benijdenswaardige rol van Brussel als knooppunt van het netwerk van de Europese islamterreur. Dat zal niet gauw weggaan. Te vrezen valt dat Brussel ook in de toekomst nog in beeld zal komen bij acties tegen terreurverdachten.

Op de vraag hoe het toch komt dat dit land en deze stad een schuiloord is voor zo relatief veel geradicaliseerde moslims, bood de gerenommeerde Franse islamexpert Gilles Kepel gisteren in deze krant al een prikkelend antwoord. België en Brussel, stelt Kepel, missen een sterke identiteit waartegen migranten en nieuwkomers zich kunnen verhouden. Moet je nieuwe Belg worden als je wil integreren? Nieuwe Vlaming? Nieuwe Waal? Nieuwe Brusselaar? En hoe moet dat dan?

Bart Eeckhout.

Die onduidelijkheid brengt migranten er toe om dan ook maar hun eigen communautaire identiteit te vormen, zonder dat iemand er wat van zegt. Het is een andere manier om de mislukking van het integratiebeleid in dit land vast te stellen, alsook de nonchalance waarmee we hebben toegelaten dat een vaak fundamentalistische lezing van een godsdienst kon wortelen in de Arabische en Noord-Afrikaanse migrantengemeenschappen in dit land. Het terreurverdriet van Brussel is ook het verdriet van België.

Terzijde: ook een chauvinistische sterke identiteit heeft in Frankrijk niet verhinderd dat veel jonge moslims radicaliseren. Dat heeft dan weer deels een andere, koloniaal-historische, verklaring.

Interessanter is dat Kepel ook nog eens precies samenvat wat, op termijn, kan worden gedaan tegen die radicalisering. Veiligheidsdiensten moeten dringend investeren in kennis over het jihadisme, tegelijk moeten migrantenjongeren eindelijk het idee krijgen dat ze er helemaal bijhoren in dit land. Ook moeten democratische krachten in de moslimgemeenschap worden versterkt als alternatief voor het radicalisme. Met andere woorden: tegelijk inzetten op repressie én preventie.

Dat is natuurlijk geen geweldig nieuw inzicht, maar het wordt wel eens tijd dat bewindslieden die dubbelzijdige boodschap ook gezamenlijk uitdragen. Over de grenzen van bevoegheidsverdelingen heen, zonder elkaar de historische zwartepiet toe te schuiven.

Dit zal media wereldwijd niet verhinderen om Brussel nog maar eens af te schilderen als knooppunt van het netwerk van de Europese islamterreur